Historie
Historie wil als beknopt overzicht van de geschiedfilosofie laten zien hoe wetenschapstradities en beroepsgroepen gebruik maken van geschiedenis. Daarbij komen thema's aan de orde als modernisering, wereldgeschiedenis, verwerking van het verleden, zeggenschap over de herinnering, verantwoordelijkheid van intellectuelen en de historische oordeelsvorming.
Historici hebben in het verleden dikwijls de rol op zich genomen van profeet, medecijnman of rechter. Nog steeds laten ze zich verleiden tot het doen van voorspellingen, het uitschrijven van recepten en het geven van oordelen. Traditioneel zijn historici dan ook verwikkeld in een concurrentieslag met theologen, medici en juristen. Tegenwoordig zijn daar nog sociologen, economen en psychologen bijgekomen.
In die arena van conflicterende aanspraken op het verleden hebben historici uiteraard een belangrijke rol gespeeld. Maar zijn zij wel zo wetenschappelijk als ze zelf beweren? Het lijkt er niet altijd op. Missers en overhaast oordelen hebben twijfel doen rijzen aan het wetenschappelijke gehalte van de geschiedbeoefening. Is niet alle geschiedschrijving 'representatie', vluchtige beeldvorming zonder zelfstandige geldigheid? Bij de behandeling van deze opvatting worden de wetenschapsfilosofische geloofsbrieven van het historisme en het postmodernisme tegen het licht gehouden.
Bij een aantal historici heeft dit alles geleid tot verlies aan zelfvertrouwen en tot een verlangen naar historische zuiverheid. Zij geven er de voorkeur aan in hun studeerkamer te blijven en zich niet met de maatschappij om hen heen te bemoeien.
Die opvatting is volgens de auteur onrealistisch en onwenselijk. Voorstellingen van het verleden zullen altijd gemaakt en gebruikt worden. Historici moeten dat niet helemaal aan anderen overlaten. Zij hebben de wijsheid niet in pacht, maar kunnen vanuit hun historische expertise wel degelijk zinnig maatschappelijk commentaar geven.
Historici hebben in het verleden dikwijls de rol op zich genomen van profeet, medecijnman of rechter. Nog steeds laten ze zich verleiden tot het doen van voorspellingen, het uitschrijven van recepten en het geven van oordelen. Traditioneel zijn historici dan ook verwikkeld in een concurrentieslag met theologen, medici en juristen. Tegenwoordig zijn daar nog sociologen, economen en psychologen bijgekomen.
In die arena van conflicterende aanspraken op het verleden hebben historici uiteraard een belangrijke rol gespeeld. Maar zijn zij wel zo wetenschappelijk als ze zelf beweren? Het lijkt er niet altijd op. Missers en overhaast oordelen hebben twijfel doen rijzen aan het wetenschappelijke gehalte van de geschiedbeoefening. Is niet alle geschiedschrijving 'representatie', vluchtige beeldvorming zonder zelfstandige geldigheid? Bij de behandeling van deze opvatting worden de wetenschapsfilosofische geloofsbrieven van het historisme en het postmodernisme tegen het licht gehouden.
Bij een aantal historici heeft dit alles geleid tot verlies aan zelfvertrouwen en tot een verlangen naar historische zuiverheid. Zij geven er de voorkeur aan in hun studeerkamer te blijven en zich niet met de maatschappij om hen heen te bemoeien.
Die opvatting is volgens de auteur onrealistisch en onwenselijk. Voorstellingen van het verleden zullen altijd gemaakt en gebruikt worden. Historici moeten dat niet helemaal aan anderen overlaten. Zij hebben de wijsheid niet in pacht, maar kunnen vanuit hun historische expertise wel degelijk zinnig maatschappelijk commentaar geven.
Auteur | | E. Jonker |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geschiedenis |