In Venray, de plaats waar Huub van Dalen woont, wordt in oktober 1944 hevig gevochten. De Engelsen proberen de Duitse bezetters te verjagen. Het gevolg is dat Venray voortdurend wordt beschoten en gebombardeerd. Tot zijn grote ergernis moet Huub steeds binnen blijven. Maar als de beschietingen even zijn opgehouden, mag hij van zijn moeder de tuin in om zijn konijn te voeren. Huub kan de verleiding om de straat op te gaan, niet weerstaan. Zonder dat zijn moeder het ziet, verdwijnt hij door de poort. Onderweg komt hij zijn buurmeisje Annelies Sprengers tegen, die ook al stiekem naar buiten is gegaan. Samen lopen ze verder. Dan beginnen de beschietingen weer...