Het is ruim drie jaar later als Frans Stije uit de gevangenis wordt ontslagen en terug mag naar zijn dorp in de Kempen. Op de boerderij van zijn vader wordt zijn komst met gemengde gevoelens verwacht. Tussen zijn ouders Nard en Miet heerst een grimmige sfeer, die door de komst van Frans alleen maar verergerd. Maar Frans is niet meer de losbol van toen. Als hij hoort dat Bert en Ties, twee van zijn broers met zijn wulpse vrouw Lotte hebben gevrijd, stuurt hij zijn overspelige echtgenote weg. Met zijn broer Harmen en vader Nard gaat Frans hard aan de slag om de boerderij weer van de grond te tillen. Maar moeder Miet houdt contact met de broers Ties en Bert, die plots hun erfdeel opeisen om een boerderij te kunnen beginnen. Ook Marius, die zo is toegetakeld door Frans, wordt er bij betrokken en een drama kan niet vermeden worden...