Bouke Poelstra is als jongen jaren geleden uit Lenten vertrokken. Nu hij is teruggekeerd, wil hij weer in het huis van zijn ouders gaan wonen. Het ouderlijk huis is alleen vrijwel een ruine. Daarom besluit Bouke het te slopen en op dezelfde plek een nieuw huis te bouwen. Al snel gaan er in het dorp geruchten dat Bouke niet op een eerlijke manier aan zijn geld is gekomen. Want waar zou een gewone zeeman geld voor een nieuw huis vandaan moeten halen? Als in Lenten dan ook de bank nog wordt beroofd, is Bouke meteen de eerste verdachte en wordt hij door Zwart opgesloten. De enigen die geloven in de onschuld van Bouke, zijn Hielke, Sietse en Louw. Met hun Kameleon staan ze pal achter Bouke, als een rots in de branding!