Meneer Koremans zoekt voor zijn jacht een mooie ligplaats aan het meer. Hielke en Sietse varen met hem in hun Kameleon het meer rond en komen bij het paviljoen een kruiser tegen van een vriend van meneer Koremans. Deze vriend, Caspers, heeft een dochter die gek is op waterskien. "Als ze ziet hoe hard de Kameleon kan varen, vraagt ze of de jongens haar niet willen trekken. Hielke en Sietse willen het wel eens proberen en het blijkt dat het uitstekend gaat. Het gaat zelfs zo goed dat de jongens zelf ook zin krijgen om te gaan waterskien.