Kees Dijkstra leest veel stripboeken en dan vooral indianenverhalen. Hij gaat daarzo in op, dat de meeste andere jongens hem links laten liggen. Daar komt bij dat Kees weleens dingen uithaalt die niet door de beugel kunnen. Op een ochtend ziet hij dat de majoor zijn collectie munten tevoorschijn heeft gehaald om ze buiten in de zon te bewonderen. Kees kan de verleiding niet weerstaan en pakt een aantal munten van de tafel in de tuin op het moment dat de majoor even weg is. Hij heeft er duidelijk al meteen spijt van en om van de munten af te zijn, stopt hij ze in het jack van Louw Vrolijk, een jongen die pas in het dorp is komen wonen. Als Zwart de munten in het jack vindt beschuldigt hij Louw van de diefstal. Er ontbreekt alleen nog één munt. Hielke en Sietse geloven niet dat Louw schuldig is en gaan nu proberen de ene ontbrekende munt te vinden. Ze hopen op die manier de echte dader op te sporen...