'Er werd verteld dat er op de boulevard een nieuw gezicht was opgedoken: een dame met een hondje.'
Anton Tsjechov begint zijn schrijverscarrière met honderden grappige, amusante verhalen voor de krant. Gaandeweg weegt het satirische, maatschappijkritische element in zijn werk zwaarder en ontstaat een zorgvuldiger en serieuzer genre. Zijn verhalen ademen de melancholieke sfeer die zo typerend is voor Tsjechovs latere werk. De veertien verhalen in deze bundel zijn alle gekozen uit Tsjechovs 'rijpere' periode. Het titelverhaal schetst de onmogelijke liefde tussen twee mensen die buiten hun huwelijk geluk bij elkaar proberen te vinden.
Het zijn meesterlijke vertellingen, aangrijpend en doorstraald van menselijk gevoel. De grootmeester van het korte verhaal op zijn best.