Tekst & Commentaar Insolventierecht
Indien iemand ‘met recht’ verhaal wil zoeken voor zijn vordering, dan kan hij ‘in the end’ zijn aangewezen op, of gewild dan wel ongewild te maken krijgen met, de bepalingen van de Faillissementswet en/of andere regels van (Nederlands) insolventierecht. Deze zijn in dit deel van de serie Tekst & Commentaar op de in deze serie gebruikelijke wijze samengebracht en van commentaar voorzien.
Tekst & Commentaar Insolventierecht baant daarbij een weg door een groot aantal rechtsbronnen en wetswijzigingen. Wat de laatste betreft, zijn de belangrijkste daarvan in de laatste twintig jaren geweest de invoering van het vernieuwde Burgerlijk Wetboek in 1992, de invoering in 1998 in de Faillissementswet, en de aanpassing daarvan in 2008, van de regeling ter zake van de schuldsanering natuurlijke personen en de invoering van de Wet op het financieel toezicht in 2007, welke tot belangrijke wijzigingen in de Faillissementswet aanleiding hebben gegeven. Maar er is meer (Nederlands) insolventierecht dan alleen de Faillissementswet. Ook de EU-Insolventieverordening, die met ingang van 31 mei 2002 in werking is getreden, is opgenomen en van commentaar voorzien. Datzelfde geldt, met ingang van deze achtste druk, voor de volgende insolventiegerelateerde bepalingen van (civielrechtelijke respectievelijk strafrechtelijke) aansprakelijkheid: art. 2:50a BW (voor de vereniging), art. 2:138 BW en 2:139 BW (voor de N.V.), art. 2:248 BW en 2:259 BW (voor de B.V.), art. 2:303a BW (voor de stichting) respectievelijk art. 340-349quater Sr (bankbreuk).
Sinds de zevende druk uit 2010 zijn bepalingen van de Faillissementswet aangepast aan (in volgorde van de data van hun inwerkingtreding) de Wet griffierechten burgerlijke zaken van 30 september 2010, Stb. 2010, 715 (w.o. 31 758), in werking getreden op 1 januari 2011, de wet van 21 april 2011 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet ter implementatie van Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalingsen afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PbEU L 146/37), Stb. 2011, 210 (w.o. 32 457), in werking getreden op 11 mei 2011, de Wijzigingswet financiële markten 2010 van 12 mei 2011, Stb. 2011, 248 (w.o. 32 036), in werking getreden op 1 juli 2011, de Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen van 18 april 2011, Stb. 2011, 205 (w.o. 28 867), in werking getreden op 1 januari 2012, de Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2011 van 27 oktober 2011, Stb. 2011, 500 (w.o. 32 863), in werking getreden op 1 januari 2012, de wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PbEU L 267), Stb. 2011, 670 (w.o. 32 826), in werking getreden op 1 januari 2012, de Wet implementatie Omnibus I-richtlijn van 15 mei 2012, Stp, 2012, 247 (w.o. 33 021), in werking getreden op 1 juli 2012 en de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen van 24 mei 2012, Stb. 2012, 241 (w.o. 33 059), in werking getreden (deels) op 13 juni 2012 en (deels) 1 juli 2012. Deze aanpas. singen zijn in deze achtste druk verwerkt. Hetzelfde geldt voor wijzigingen van de EU-insolventieverordening. Uiteraard zijn ook wijzigingen in de verschillende bijla. gen, die een groot aantal voor de insolventiepraktijk relevante documenten (richtlij. nen, modellen, formulieren, besluiten e.d.) bevatten, opgenomen. Vanzelfsprekend is ook de belangrijkste sinds de vorige druk gepubliceerde rechtspraak verwerkt.
In deze uitgave is daarnaast aandacht besteed aan de wijzigingen van die (bestaande dan wel nieuwe) artikelen van de Faillissementswet, waarvan de invoering binnen redelijke termijn is te verwachten, maar waarvan de exacte datum van hun inwerkingtreding bij het afsluiten van de kopij nog niet bekend was respectievelijk, wanneer die datum wel bekend was, in de toekomst ligt Wij noemen de Invoeringswet vereenvoudiging/flexibilisering B.V.-recht van 18 juni 2012, Stb. 2012, 300 (w.o. 32 426), inwerkingtreding op 1 oktober 2012, welke tot wijziging van art. 21 en 295 zal voeren, en de Wet herziening gerechtelijke kaart van 12 juli 2012, Stb. 2012, 313 (w.o. 32 891), inwerkingtreding op 1 januari 2013, welke tot wijziging van art. 14, 19b, 212kk en 213cc zal voeren.
Zoveel mogelijk is door de auteurs de (volgorde in de) tekst van ieder artikel gevolgd en door commentaar in overzichtelijke aantekeningen ondergebracht. Daarbij zijn de auteurs bewust terughoudend geweest in het geven van eigen meningen. Door deze systematische aanpak en beknoptheid onderscheidt deze uitgave zich van bestaande (losbladige) commentaren en handboeken, doch maakt zij raadpleging daarvan geenszins overbodig. De belangrijkste tijdschriften die daarnaast actuele ontwikkelingen in regelgeving en rechtspraak alsmede opinies van rechtsgeleerde auteurs publiceren, zijn: Tijdschrift voor Insolventierecht (Tvl), SchuldSanering, Jurisprudentie Onderneming & Recht (JOR) en Rechtspraak Insolventierecht (RI).
In deze achtste druk zijn de wetteksten, de daarbij behorende commentaren en de bijlagen afgesloten op 1 juli 2012. In deze achtste druk zijn vier regelingen opgenomen: Lì de Faillissementswet, IL de hiervoor genoemde bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek, III. de hiervoor genoemde bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht en IV. de EU-Insolventieverordening. In de bij elk van die regelingen opgenomen commentaren worden wetsartikelen genoemd zonder wetsaanduiding. Dat zijn dan steeds bepalingen uit de regeling waarin zij worden genoemd, tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld.
In geval van vermelding in de voetregel van ‘Auteursnaam 1/Auteursnaam 2’ is de eerstgenoemde de auteur van het commentaar in de vorige druk(ken) en is de bewerking daarvan in deze druk overgenomen door laatstgenoemde.
De redactie houdt zich aanbevolen voor reacties van gebruikers die de bruikbaarheid van deze Tekst & Commentaar kunnen verbeteren. Opmerkingen en/of suggesties kunnen worden gezonden aan T&C@kluwer.nl.
Auteur | | Wolters Kluwer |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Rechten |