Communicatiekaart Van Nederland
De mogelijkheden om met de medemens te communiceren zijn niet alleen vrijwel onbeperkt. Ze zijn ook de afgelopen decennia sterk veranderd en vooral toegenomen. Er zijn nieuwe media bijgekomen: internet, mobiele telefoons, gratis dagbladen, draagbare-mp3-spelers en dvd´s. Bovendien is er binnen het bestaande aanbod ook sprake van vernieuwing: de buurtbioscoop is vervangen door de multiplex; de computer is naast tekstverwerker en rekenmachine ook communicatiemiddel, filmstudio, ontwikkelcentrale en jukebox geworden. Tientallen tv-kanalen zijn 24 uur per dag beschikbaar en het aantal radio-zenders en tijdschriften is toegenomen.
In deze vierde druk van de Communicatiekaart van Nederland worden deze ontwikkelingen in kaart gebracht waarbij de belangrijkste vragen telkens zijn: hoe heeft een medium zich ontwikkeld, hoe ziet het aanbod eruit, hoe gebruikt het publiek de verschillende media en wat zijn de ontwikkelingen die te verwachten zijn.
Het eerste deel omvat drie hoofdstukken waar de printmedia aan bod komen: kranten, tijdschriften en boeken. In deel twee worden in zes hoofdstukken de audiovisuele media behandeld: radio, tv, film, beeld- en geluidsdragers, telefonie en internet. Telkens wordt na een korte inleiding waarin de belangrijkste trends worden aangegeven, de geschiedenis geschetst, waarna aanbod en gebruik aan bod komen, gevolgd door paragrafen over wetgeving, branche-organisaties en toekomstverwachtingen. Het derde deel bevat een overzicht van de belangrijkste werkvelden: reclame, voorlichting, public relations, interne communicatie en journalistiek.
De Communicatiekaart van Nederland is bedoeld voor professionals die bij de media werkzaam zijn of er regelmatig mee te maken hebben (journalististen, reclamemensen en adverteerders), studenten bij communicatie-opleidingen aan het wetenschappelijk onderwijs en HBO en de geïnteresseerde leek.
In deze vierde druk van de Communicatiekaart van Nederland worden deze ontwikkelingen in kaart gebracht waarbij de belangrijkste vragen telkens zijn: hoe heeft een medium zich ontwikkeld, hoe ziet het aanbod eruit, hoe gebruikt het publiek de verschillende media en wat zijn de ontwikkelingen die te verwachten zijn.
Het eerste deel omvat drie hoofdstukken waar de printmedia aan bod komen: kranten, tijdschriften en boeken. In deel twee worden in zes hoofdstukken de audiovisuele media behandeld: radio, tv, film, beeld- en geluidsdragers, telefonie en internet. Telkens wordt na een korte inleiding waarin de belangrijkste trends worden aangegeven, de geschiedenis geschetst, waarna aanbod en gebruik aan bod komen, gevolgd door paragrafen over wetgeving, branche-organisaties en toekomstverwachtingen. Het derde deel bevat een overzicht van de belangrijkste werkvelden: reclame, voorlichting, public relations, interne communicatie en journalistiek.
De Communicatiekaart van Nederland is bedoeld voor professionals die bij de media werkzaam zijn of er regelmatig mee te maken hebben (journalististen, reclamemensen en adverteerders), studenten bij communicatie-opleidingen aan het wetenschappelijk onderwijs en HBO en de geïnteresseerde leek.
Auteur | | Onbekend |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Mens & Maatschappij |