De Japanse bezetting van Nederlands-Indië in maart 1942 zette de wereld van de Indische Nederlanders op zijn kop. In één klap werden zij displaced persons in hun eigen land. Ook na de bevrijding op 15 augustus 1945 bleef hun situatie benard door de vrijheidsstrijd van de Indonesiërs en het moeizame politieke overleg tussen alle betrokken naties.
De oprichting van een zelfstandige staat Indonesië bleek onafwendbaar. Deze omwenteling had een dramatische invloed op het leven van honderdduizenden Indische Nederlanders. Als Indische repatrianten moesten zij een nieuw bestaan opbouwen in het voor hen onbekende Nederland en elders ter wereld.
In deze bundel lezen we over de overlevingsstrategieën binnen en buiten de Japanse kampen, de angst voor seksueel geweld, de rol van Indo-comités, het optreden van de Japanse Kenpeitai, de republikeinse kampen ná 1945, de vergeten Deta-jongens op Nieuw-Guinea en over de schermutselingen achter de politieke schermen. De moeizame dekolonisatie tussen 1945 en 1962 wordt minutieus ontleed en de uiteenlopende beelden die er 50 jaar na dato bestaan over die veelbewogen tijd, passeren de revue.
Naast een reeks wetenschappelijke artikelen van onder meer J.A.A. van Doorn en P.W. van der Veur is ook het persoonlijk relaas opgenomen van Adriaan van Dis, Joop van Tijn, Paula Gomes en Rudy Boekholt. De samenstellers van deze bundel, Wim Willems en Jaap de Moor, zujn werkzaam bij de universiteit Leiden.