Aleksandr Blok – De twaalf
Bloks 336-regelige poëem De twaalf uit januari 1918 is met recht klassiek. Het hoort met Poesjkins Jevgeni Onegin tot de eenzame top der topstukken van de Russische langere gedichten. Huiveringwekkend gruwelijk roept het de dagen van de Revolutie op. Het is tegelijkertijd bijzonder onduidelijk, schimmig zelfs, wat een eventuele moraal betreft. Een twaalftal bewapende revolutionairen schuimt de stad af, in de nachtelijke barre kou en gierende sneeuwstorm. Brandschattend, plunderend en moordend. Vol revolutionair elan, dat wel. Zij hebben de macht nu en dat zullen ze laten weten. Hun geweld is voor de goede zaak. Vrijheid, recht. De laatsten zullen de eersten zijn. De verworpenen der aarde zijn opgestaan. Zo trekken ze verder. En aan hun hoofd verschijnt – Jezus Christus.
Groot was de verontwaardiging van zijn literaire vrienden toen Aleksandr Blok verklaarde achter de bolsjewieken te staan na de coup van oktober 1917. Nog groter werd hun verontwaardiging toen Blok zijn gedicht De 12 publiceerde waarin hij een zootje revolutionair gezind ongeregeld notabene zijn zegen leek te geven door ze roodvaandelig te laten aanvoeren door de Mensenzoon.
Het gedicht weerstaat iedere enkelvoudige interpretatie. Daarom is het ook zo’n machtig gedicht. Blok was een ziener en een hoorder. Hij hoorde het gerommel van de revolutie letterlijk in de lucht. Hij geloofde dat het elan van de omwenetling een nieuwe tijd zou inluiden, maar kort na de publicatie van het gedicht zag hij in dat zoiets niet meer zou gebeuren. In zijn resterende tijd op aarde, in Petrograd, schreef hij alleen nog maar rapporten. De 12 kan dan ook beschouwd worden als zijn zwanenzang.
De twaalf is pas twee keer eerder in het Nederlands vertaald. Eén keer in 1923 door Maud Kok, een vertaling die bijna onvindbaar is. In Nederland moesten we het tot nu toe doen met de standaard veelgeprezen maar weinig gelezen vertaling van Paul Rodenko uit 1947. Nu is er dan een nieuwe, verse, doortrokken van revolutionair elan en gesteld in door Blok zo op prijs gestelde gewone woorden, woorden van de straat, zonder blad voor de mond. Recht zo die gaat! Proletariaat! De vertaler laat weten: ‘Ik hou van Blok. Hij doet me denken aan Eliot, Proust en Nijhoff. En het meest hou ik van De 12. Een raadselachtig meesterwerk, dat me in diepgang, inzicht en een verborgen hogere waarheid doet denken aan Hamlet. Je krijgt je vinger er niet achter.’ Bloks gedicht wordt in deze editie gevolgd door een tweede Intocht van Christus van Petrograd waarin de vertaler Bloks heilsverwachtingen feestelijk tracht waar te maken.
Auteur | | Aleksandr Blok |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Poëzie, Bloemlezingen & Letterkunde |