Eugène Ionesco – De solitair
‘Ik realiseerde me dat ik te veel nadacht, terwijl ik mezelf had beloofd om in het geheel niet na te denken, wat veel verstandiger is omdat immers, hoe dan ook, niemand ergens iets van begrijpt.’
Le solitair is de enige roman van de om zijn toneelwerken geroemde van oorsprong Roemeense schrijver Ionesco.
In De solitair heeft hij zijn metafysische angst uitvergroot door het verhaal te vertellen van een man die afstand doet van elke troost – behalve van die van de alcohol. We worden meegevoerd naar de kale gebieden aan de grens van het leefbare, aan de grens van het communiceerbare, daar waar gedeelde smart geen halve smart meer is. De geruststellende wereld van de burgermansclichés hebben we immers ver achter ons moeten laten.
Om de solitair heen zoeken de mensen afleiding in de revolutie, maar hijzelf is verlamd door het besef dat niets enige zin heeft. Hij is door alle beveiligingen van de menselijke geest heen geschoten. De axioma’s van de logica, voor ieder ander impliciete uitgangspunten, staan voor hem niet langer vast. Is iets wel wat het is? Is het echt wel zo dat iets niet tegelijk waar en onwaar kan zijn? Zijn dergelijke axioma’s niet juist verkalkte stellingen die de waarheid vervormen? En hoe staat het met de waarnemingscategorieën? Hoe kun je weten of er jaren verstrijken dan wel seconden?
‘Denkt u niet dat dokters ziek zijn? We weten dat we maar weinig tijd in het vooruitzicht hebben, dat we allemaal doodgaan, maar zij zullen jou wel even vertellen dat je gek bent als je aan de dood denkt en last hebt van angsten. Ze zouden zelf moeten worden opgesloten. Ik ben degene die normaal denkt. De abnormalen, dat zijn zij.’
In het voorjaar van 2020 nam Jeanne Holierhoek haar vertaling uit 1993 (Coppens & Frenks) nogmaals door en actualiseerde deze waar nodig.
Auteur | | Eugène Ionesco |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Literatuur & Romans |