Dit najaar wijden de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België een uitzonderlijke tentoonstelling aan Salvador Dalí en René Magritte (11 oktober 2019-9 februari 2020). De expo belicht de verhoudingen tussen beide surrealisten en toont hun onmiskenbare wederzijdse beïnvloeding. Dalí en Magritte ontmoeten elkaar in het voorjaar van 1929 in Parijs. In augustus van datzelfde jaar reist Magritte op uitnodiging van Dalí naar Cadaqués, de thuishaven van de Spaanse schilder. Die zogenaamde surrealistische zomer van 1929 - ook Éluard, Miró en Buñuel maken deel uit van het gezelschap - zal van groot belang blijken te zijn voor beide kunstenaars.
Zowel Dalí als Magritte tasten de grenzen van de werkelijkheid af: ze betwisten onze blik en gooien onze zekerheden om. Hun stijl en persoonlijkheden waren erg verschillend en hun wegen zouden uiteindelijk scheiden. Nochtans bestaat er een fascinerend verwantschap tussen de Catalaan en de Belg.
De tentoonstelling werpt licht op de persoonlijke, filosofische en esthetische relatie van deze iconen van het surrealisme aan de hand van meer dan 100 schilderijen, sculpturen, foto's, tekeningen, films en archiefstukken.