Boris de boom is een sprookje voor iedereen. Het verhaal leert kinderen dip-gevoelens bij zichzelf en bij anderen te herkennen en helpt hen er op een positieve manier mee om te gaan. Ze leren een dip te zien als iets wat er af en toe gewoon bij hoort, net als lachen of huilen. Het verhaal in het kort: Boris is een hele grote boom die al jaren op zijn eigen plekje staat. Op een kruispunt van twee zandweggetjes en vlakbij een visvijver. Het is echt een boom voor dieren om in te wonen. Maar de laatste tijd gaat het wat minder met Boris. Hij ziet de jonge boompjes van de boer verderop gezellig met elkaar kletsen en dan voelt hij zich heel alleen. Boris laat zijn bladeren een beetje hangen maar dat vinden de dieren niet zo gezellig. Daarom gaan ze niet meer op zijn takken zitten. En ze vliegen of lopen hem voorbij. Dat maakt hem erg verdrietig. Als hij tijdens een storm een tak verliest, wil een boer uit de buurt dat hij wordt omgehakt. Boris schrikt enorm en wordt nog verdrietiger. Een lief, bijzonder meisje dat haar hondje uitlaat pept hem een beetje op. Daar wordt Boris echt vrolijker van. En als ook de dieren weer een praatje met hem komen maken, voelt hij zich een stuk beter. Vanaf dat moment gaan zijn takken en bladeren langzaam weer omhoog. Steeds vaker komt nu iemand langs om op of onder zijn takken te zitten. En daar wordt Boris heel blij van. Voortaan weet Boris: ik word niet meteen omgehakt als ik een dipje heb. Als ik maar stevig mijn takken omhoog houd, dan komt alles weer goed.