19 mythes en onwaarheden over ons pensioen
De manier waarop pensioenfondsen in Nederland door de politiek gedwongen worden hun financiële gezondheid te meten leidt tot verlaging van de opbouw, kortingen op de uitkeringen en steeds verdere groei van grote reserves die niet mogen worden aangesproken. De mensen worden ongerust. Jongeren verkeren in de veronderstelling dat ze eindeloos door zullen moeten werken en dat er dan als beloning nog maar een erg mager pensioen voor hen beschikbaar is. Ouderen lijden nu al onder het feit dat al jaren niet wordt geïndexeerd en dat kortingen zijn doorgevoerd en opnieuw dreigen.
In andere landen wordt minder star en conservatief gerekend. Het gevolg van de Nederlandse aanpak is dat het beste stelsel ter wereld niet automatisch het beste pensioen ter wereld opbouwt. De vraag is of we terug kunnen naar de situatie dat het pensioenfonds weer wordt beschouwd als een organisatie ten behoeve van gepensioneerden en actieve deelnemers aan het pensioen. De auteur probeert in dit boekje de belangrijkste vragen te analyseren aan de hand van de feiten. Zijn conclusie is dat het grootste probleem van het Nederlandse pensioenstelsel gevormd wordt door het toetsingskader waar pensioenfondsen aan worden onderworpen. Door verdere verscherping van de eisen van dit toetsingskader dreigen zij die pensioen opbouwen of genieten van hun pensioen de grootste slachtoffers te worden van de kredietcrisis. Terwijl de Nederlandse banken met miljarden overheidsgeld moesten worden gered, heeft het stelsel van aanvullende pensioenen de Staat geen cent gekost tijdens de crisis. Sterker nog: het Nederlandse pensioenstelsel heeft zijn vermogen kunnen verdubbelen sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008.
We kunnen ook anders kijken naar de pensioenfondsen. Realistischer en minder hijgerig. Nuchter en uitgaand van de feiten. Dan blijkt dat het allemaal niet zo erg is als we krijgen voorgeschoteld. Er is genoeg vermogen om aan alle verplichtingen te voldoen. Maar dat moeten we wel willen zien. En de politiek moet bereid zijn op haar schreden terug te keren. Alleen dan kan een van de mooiste verworvenheden van het Nederlandse sociale harmoniemodel worden gered.
In andere landen wordt minder star en conservatief gerekend. Het gevolg van de Nederlandse aanpak is dat het beste stelsel ter wereld niet automatisch het beste pensioen ter wereld opbouwt. De vraag is of we terug kunnen naar de situatie dat het pensioenfonds weer wordt beschouwd als een organisatie ten behoeve van gepensioneerden en actieve deelnemers aan het pensioen. De auteur probeert in dit boekje de belangrijkste vragen te analyseren aan de hand van de feiten. Zijn conclusie is dat het grootste probleem van het Nederlandse pensioenstelsel gevormd wordt door het toetsingskader waar pensioenfondsen aan worden onderworpen. Door verdere verscherping van de eisen van dit toetsingskader dreigen zij die pensioen opbouwen of genieten van hun pensioen de grootste slachtoffers te worden van de kredietcrisis. Terwijl de Nederlandse banken met miljarden overheidsgeld moesten worden gered, heeft het stelsel van aanvullende pensioenen de Staat geen cent gekost tijdens de crisis. Sterker nog: het Nederlandse pensioenstelsel heeft zijn vermogen kunnen verdubbelen sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008.
We kunnen ook anders kijken naar de pensioenfondsen. Realistischer en minder hijgerig. Nuchter en uitgaand van de feiten. Dan blijkt dat het allemaal niet zo erg is als we krijgen voorgeschoteld. Er is genoeg vermogen om aan alle verplichtingen te voldoen. Maar dat moeten we wel willen zien. En de politiek moet bereid zijn op haar schreden terug te keren. Alleen dan kan een van de mooiste verworvenheden van het Nederlandse sociale harmoniemodel worden gered.
Auteur | | Rob de Brouwer |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Gezin & Relaties |