In deze roman komt het verdronken dorp West-Vlieland weer tot leven. Het beschrijft de romance van een verboden liefde en schetst tegelijkertijd een realistisch beeld van het harde leven op het eiland. Het verhaal speelt zich af in de periode rond 1714 toen een deel van het dorp op West in zee verdween. In die tijd van schandpalen en speciale luikjes voor melaatsen raakt Marigje Dircksdochter zwanger, terwijl iedereen weet dat haar man al zeven jaar op zee wordt vermist. Dit is haar verhaal, ten dele gebaseerd op het onderzoek dat Vlielander Jan Houter en historicus Anne Doedens verrichtten in de kerkboeken van het eiland. Een boeiend en aangrijpend verhaal waarin vriendschap en liefde uiteindelijk overwinnen.

Op Vlieland is Kitty Nooy inmiddels een bekende schrijfster. Samen met illustrator Frans Schot maakte zij eerder al menig kinderboek, die ook zeer in de smaak vielen bij volwassenen. De vaste recensent van Radio Noordholland, Jan Meng, noemde haar eerste boek "een fantastisch voorleesboek". Van De ramp van 1666 verscheen al snel een tweede druk. Met dit boek debuteert zij voor een volwassen lezerspubliek.