1606 – In het graafschap Buren, midden in de Betuwe, wordt de boerenzoon Cornelis Maessen geboren tijdens een roerige periode in onze geschiedenis. Aan het begin van de Gouden Eeuw is de Republiek in oorlog en het graafschap ligt in het frontgebied. Plunderingen en overstromingen zijn aan de orde van de dag met ziekte en armoede tot gevolg. De jonge Cornelis komt als economisch vluchteling in Amsterdam terecht en tekent een contract als boerenknecht in Nieuw-Nederland, Amerika. Hij wordt daar de stamvader van de Van Buren familie. In de zesde generatie wordt Martin van Buren geboren en hij wordt de achtste president van de Verenigde Staten, exact tweehonderd jaar nadat Cornelis Maessen definitief vaste voet op Amerikaanse bodem zette. Dit boek volgt de twee hoofdpersonen en de boeiende tijd waarin zij leefden. Met name de ontstaansgeschiedenis van beide landen komt uitgebreid aan bod.