Dit boek gaat over handel drijven over de grenzen heen, dat zorgde voor welvaart in een afgelegen dorp in het zuiden van Nederland, waar mijn voorouders en andere vrome dorpelingen hun leven leefden.

De hoofdpersoon is Adriaan, mijn overgrootvader, die koopman was in de negentiende eeuw. Hij handelde in menselijk haar dat gebruikt werd om pruiken van te maken. Dat haar werd ingekocht op het platteland van Midden-Duitsland en na bewerking als halffabrikaat doorverkocht aan de pruikenmakers in de grote steden, aanvankelijk in steden als Frankfurt en Wenen, later in Londen en New York City. Hij was de vierde en laatste generatie van zijn familie, die vele handelsreizen maakte. Hoe reisden ze, wat beleefden ze, onder welke omstandigheden en wat kwam er allemaal bij kijken? Wat gebeurde er in de wereld om hen heen, hoe liep het af? Allemaal elementen die ruimschoots aandacht krijgen. Of je nou familie bent of niet, het is een interessant werk over een bijzonder stukje geschiedenis.