Dit tweede boek vertelt over de latere historische omzwervingen van de engel Sabriël, die naar de aarde werd gestuurd met een missie, maar door verraad gedwongen werd tot een 'menselijk' bestaan.

Dit tweede boek vertelt over de latere omzwervingen en meer recente belevenissen van Sabriël. Na het herstel van zijn geheugenverlies leiden nieuwe missies hem naar Galicië, Japan, Rusland en Noord-Amerika, waar hem onvoorziene uitdagingen te wachten staan. Tijdens zijn laatste reis naar het Verre Oosten komt hij tot de ultieme confrontatie met zijn eeuwige antagonist, Balaam. Het boek situeert zich binnen het genre fictie/fantasy, maar speelt zich af in een historisch accurate context. Het verhaal is doordrenkt met echte historische gebeurtenissen, personen en locaties. De geografische locaties waar het verhaal zich afspeelt, worden telkens nauwkeurig beschreven. Zowel het historische als het hedendaagse kader worden op een realistische manier vermengd met de fictieve elementen van het verhaal.