Als de achttienjarige Jaap van Dam vanuit een Japans interneringskamp in 1946 alleen naar Nederland reist, zit hij vol ideeën over zijn toekomst. Tegenover ambities en bravoure staat zijn angst voor pijn en de dood. In Nederland aangekomen woont hij tijdelijk bij een tante en raakt Jaap gekwetst maar ook in verwarring door haar seksuele avances. Zijn oorlogstrauma blijft hem achtervolgen in zijn huwelijk met Pina. Ze strijden een leven lang met elkaar, waarbij hun dochters Olga en Susan niet worden gespaard, ook niet fysiek. Olga en Susan schipperen daarbij tussen loyaliteit en afschuw voor hun vader. Op hoge leeftijd krijgt Pina een ongeluk in huis, wat de dochters doet beslissen haar naar een vluchtadres te brengen. Als het Jaap niet lukt zijn vrouw weer terug thuis te krijgen maakt hij, bewapend en al, een waar fort van zijn huis en bedreigt hij zijn eigen familie. In Een onberispelijke vader toont Cor Brockhoven op meeslepende wijze hoe een gezin ten onder dreigt te gaan door het trauma van een vader en tegelijkertijd laat het zien welke worsteling hij doormaakt.