We zijn in Grunhegge, een dorpje gelegen in een door de tijd vergeten groene vallei, waar de rivier De Zeele in sierlijke bochten doorheen slingert. In dat landelijke, rustieke decor treffen we de twee hoofdrolspelers van dit verhaal aan. Allereerst is er Maxim – een ooit beroemde maar inmiddels uit de gratie geraakte romanschrijver die op een dag, tijdens een donkere episode van zijn leven in een hotel vlakbij Grunhegge arriveert, veronderstellend dat hij maar één nacht zal blijven. En vervolgens ontmoeten we de weduwe Rosalinde, de eigenaresse van dat hotel die daar al jaren met haar zoontje woont, en die haar thuis en haar bedrijf door hard werken nog altijd overeind weet te houden. Samen met Max en Rosa beleven we een jaar vol gewone betoverende dagen. Met hen ervaren we het alledaagse en het bijzondere, het menselijke en het spirituele. We reizen door landschappen van leven en dood, hoop en teleurstelling, blijdschap en verdriet. En de rivier die door dit alles heen stroomt, is de liefde.