Vijf jaar na het auto-ongeluk, waarbij de echtgenote van Daniël verongelukt, besluit hun dochter Noa een wandeltocht te gaan maken door de bergen op een eiland ergens in Europa. Noa wil deze tocht maken als voorbereiding op haar reis naar de Boeddhistische kloosters van Noord-India en Tibet. Ze is daar nooit eerder geweest, maar voelt door de afkomst van haar moeder en de dromen die zij over deze plaatsen heeft gehad een sterk verlangen er naar toe te gaan. Na bezorgd aandringen van Daniël, stemt Noa er uiteindelijk mee in dat hij meegaat.
Door een opmerkelijke gebeurtenis tijdens de bergwandeling worden ze geconfronteerd met de lotsbestemming van Noa.