Tweeluik van de boeken: Ho, Adrie...Ho en Ja, waarom niet? Adrie wordt geboren in de Ackersdijkstraat in Rotterdam-Noord en verhuist naar Kreekhuizen. De lezer volgt de ontwikkeling van een Rotterdamse jongen van zijn 4e tot 19e jaar, in de jaren 1959 tot 1974. Adrie voetbalt, speelt toneel, gaat naar zwemles, bezoekt familie, judoot, gaat op vakantie, speelt met vriendjes, ontdekt de liefde en gaat naar school. Vlot en beeldend beschreven in hilarische en ontroerende scenes. De lezer kijkt door de ogen van de ik-persoon die onbevangen zijn best doet. Zijn uiterste best doet om te voldoen aan de toenemende eisen die aan hem worden gesteld. Aad leert dingen die hij niet kan plaatsen in zijn denkraamwerk, zijn eenvoudige leventje. Het wordt een worsteling, een revolutie... De wereld om hem heen draait door. Op school, op straat en thuis verandert alles radicaal. Hij zoekt steun bij leeftijdgenoten, die echter in hetzelfde schuitje zitten. Dat alles in de hippietijd in Rotterdam.