Voor, tijdens en na de Grote Depressie van 1929 tracht de Brabantse Jan Vermeulen, molenaar en marskramer van beroep, de beukende golven van verdriet, overmacht en armoede te bevaren. Hunkerend naar rust en alternatieven komt de medaille op een schijnbaar gunstige kant te liggen. Het aanzicht ervan lijkt grenzeloos kansen te dragen. Dat Noord-Brabant is ook het decor voor de thans zesentachtigjarige molenaarszoon en levenskunstenaar Gerard Vermeulen. Zijn relaas wordt getekend door het relatief vroege NSB-lidmaatschap van zijn vader – al in 1935 – en de uitvloeisels daarvan voor zowel zijn ouders, drie van zijn oudere broers, alsook de rest van de familie. Zonder te oordelen wordt steeds meer van de keerzijde belicht. In de historische en psychologische roman Keerzijde van Oranje staan de karakterschetsen en de drijfveren van de personages centraal; daaruit ontspruiten tijdloze vragen. Op basis van welke factoren nemen we besluiten? Hoe wel is weloverwogen? In welke mate zijn alle consequenties van ons handelen te overzien? Het boek verschaft inzicht in dat wat wij daags door ervaren: dat aan elke keuze, hoe klein en hoe weloverwogen genomen, onuitwisbare gevolgen kleven. Met zijn vijfde boek – ditmaal een meerkoppig thema – overschaduwt Ruud van der Linde (1967) zijn lang gebruikte pseudoniem Rolf van der Leest.