De bundel bevat 87 gedichten, waaronder 39 sonnetten en 26 limericks, de laatste in de met Schotse uitdrukkingen doorspekte Engelse taal, en waar nodig voorzien van een toelichting. Alle gedichten hebben een verhalend karakter, veelal met een verrassende pointe; 33 ervan zijn geïllustreerd met aquarellen en tekeningen door de Arnhemse kunstenares Tilleke Laban.
Poëzie is uitbeelding, meent de auteur, in navolging van Aristoteles. En verwant aan muziek. De illustraties zetten kracht bij aan zijn visie. Die ook inhoudt dat metrum en rijm waarde toevoegen aan poëzie. Met name aan de herinneringswaarde ervan. Cadans en klankherhaling zijn van jongs af aan verweven met ons taalgevoel, verhogen het luisterplezier dat men beleeft aan lied- en cabaretteksten, en fungeren tot op hoge leeftijd als een rollator voor het geheugen.

De gedichten bestrijken een tijdperk van 40 jaar en benoemen markante gebeurtenissen uit de jongste geschiedenis, zowel in binnen- als buitenland. Sommige, zoals Klimaatverandering, zijn hoogst actueel. Een dozijn sonnetten is gewijd aan het eiland Kreta, een half dozijn aan de sport – o.a. atletiek, tennis, hardrijden op de schaats en voetbal (de Leeuwinnen). Elders is dan het fenomeen doping al behandeld.