Een Griek rijdt het tuinhek bij Jommeke aan stukken. De man blijkt op weg te zijn naar professor Gobelijn. Jommeke en Filiberke brengen de man bij Gobelijn. Hij komt hulp vragen om het Parthenon te beschermen tegen de luchtvervuiling. Het middel dat ze nu gebruiken schijnt niet te werken. Jommeke en zijn vrienden vertrekken naar Griekenland. Zo blijkt al vlug dat niet iedereen wil dat het Parthenon van de ondergang gered wordt. Jommeke ontdekt dat het middel waarmee gewerkt wordt in gemerkte en niet gemerkte cilinders zit. Hij kan een gemerkte cilinder mee smokkelen. Gobelijn ontdekt dat er iets mis is met de vloeistof uit de gemerkte cilinder. Wanneer Jommeke en Filiberke in het labo op zoek gaan naar de professor en de Griek vinden ze chloroform. Ze vertrouwen Alexandris, hij die het Parthenon behandeld, niet. Filiberke en de dochter van de Griek volgen hem en ontdekken dat hij een vals spel speelt. Hij wil idlijk een hotel bouwen op de plaats waar het Parthenon staat en heeft er dus alle belang bij dat het bouwwerk instort. Jommeke heeft de politie kunnen verwittigen en de boosdoener kan ingerekend worden. Uit de ondergrondse gewelven kan ook nog het beeld van Athena gehaald worden. Blij met de goede afloop wordt er 's avonds de Sirtaki gedanst.