Gelukkig binnen de Leidse singels
Uren kon Har Meijer als klein ventje in zijn korte broek door 'de Camp' slenteren. Een achterbuurt pal achter de Haarlemmerstraat met zijn verpauperde krotwoningen en zijn heel bijzondere bewoners. Vaak fantaseerde hij dat in het oude huisje in de Sionsteeg een heuse heks met een bezemsteel woonde. En midden in deze achterbuurt stond zijn lagere school in de Caeciliastraat. De voertaal was daar plat Leids, het ventje leerde snel. Hun wrange humor maakte hij zich eigen. Zijn verhalen zijn er mee doordrenkt. Meeslepend vertelt hij over zijn militaire dienst en over de soldaten die zijn eerste patiƫnten waren. En toen hij huisarts was geworden werden al die vroegere vriendjes patiƫnt bij hem. Veertig jaar deelden ze lief en leed. I let heeft een tijdje geduurd, maar dokter Meijer vindt nu dat de tijd rijp is om over hen te vertellen. Over bekende en onbekende Leienaren, die door de dood zijn ingehaald. Nog een keer geeft hij Boudewijn Buch, Willem Noordman, mijnheer Brand, ome Dirk, Ans, Koos, Wimpie en vele anderen hun podium, opdat wij ze nooit zullen vergeten.
Vijfentwintig jaar was hij bestuurslid van de 3 Oktober Vereeniging. I lij werd ereburger van Leiden. Meijer laat ons meekijken in de keuken van het unieke Leidse feest. Bij de Taptoe en de Uitreiking van haring en wittebrood waren daar ieder jaar zijn vroegere maatjes. Ontroerend beschrijft hij hoe ze iedere dag moesten ploeteren om te overleven.
Wat zei begrafenisondernemer ome Dirk van der Luit ook al weer tegen de dokter bij het lijk van een vermoorde zwerver?
'Ach dokkie, eens een schlemiel altijd een schlemiel. Maar vergeet een ding nooit, het leven
is een lach en een traan.
Auteur | | Har Meijer |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | |