Een zee- en havenstad als Oostende kent natuurlijk een groot aantal vertélsels die met het zee- en boordleven te maken hebben. Dit ook omdat de vissers vroeger, tengevolge van hun zware werk en moeilijke arbeidsomstandigheden, door weer en wind, zeer bijgelovig waren: in alles meende men heksen en spoken en voortekens te zien.
In onze tijd is het bijna uitgesloten nog aan spoken en water-geesten te denken. Angst is er nog in het verkeer, bij een bouwvallige muur, voor een onheuse schoonmoeder (die zijn er nochtans ook alsmaar minder), maar het huiveren voor wat men wel eens in het Duits “ein Schauer” pleegt te noemen -dat is een geestelijke bui met onredelijke siddering verwekking - is er niet meer bij.
Ook de verhalen over dwergen, heksen, zeeduivels, sterven thans een langzame dood. Met dit werk brengt Roland Desnerck ze weer in herinnering of doen ze hun intrede in de jongere huiskamers. Maak kennis met De Roesschaert, De Molfiets, De Maren, De Waternekkers, De Kokketésn, De Kwade Hand, De Duitse Schapers, Duiveltje Fleris, De Roggeman, De Stratennaaier, Da Vintsje Up Je Rik… en nog een stel andere.