De vooraanstaande Hongaarse schrijver Frigyes Karinthy zit in een café in Boedapest wat te mijmeren over zijn volgende schrijfproject als hij plots wordt opgeschrikt door het geluid van een passerende trein, zo hard dat het alles overstemt. Er komt er nog een voorbij, en nog een. Vreemd, denkt Karinthy, er rijden hier helemaal geen treinen. Dan pas realiseert hij zich dat dit een auditieve hallucinatie moet zijn. Hij blijkt een hersentumor te hebben, maar het duurt nog even voor hij daarachter komt. Zijn handschrift verandert, letters verdwijnen voor zijn ogen van de bladzijden van boeken, hij is duizelig, valt flauw... pas nadat hij wel erg veel van dit soort incidenten heeft meegemaakt, komt hij op het idee een dokter in te schakelen. Dat is het begin van een reeks medische onderzoeken die zal leiden tot een hersenoperatie. Karinthy beschrijft het verloop van zijn ziekte, zijn symptomen, gedachten en gevoelens en de reactie van zijn doktoren en zijn omgeving op een nauwgezette, meeslepende manier, zonder een zweem van zelfmedelijden. REIS OM MIJN SCHEDEL, het eerste autobiografische relaas van een aandoening in de hersenen, is niet alleen een unieke medische getuigenis maar ook een literair meesterwerk.