Het nieuwe taboe op de oorlog
Was het jarenlang de gewoonte naar de oorlog te verwijzen wanneer iemand politiek onwelgevallige uitspraken of voorstellen had gedaan, tegenwoordig wordt eenieder die voor bepaalde tendensen en vooral voor het ‘normaal’ verklaren van bepaalde opvattingen waarschuwt meteen van demonisering beticht. Waar komt dat nieuwe taboe op de oorlog vandaan? In deze rede laat Thomas von der Dunk zien dat het demoniseren alles te maken heeft met de nieuwe politieke verhoudingen sinds de opkomst van de PVV. Meer dan anderhalf miljoen mensen zouden geschoffeerd worden als vergelijkingen met de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw worden gemaakt. Terwijl dergelijke vergelijkingen vanuit rechtstatelijke perspectief en vanwege het non-discriminatiebeginsel meer dan ooit sinds 1945 legitiem zijn, worden ze tot taboe verklaard door de politieke partijen die niet bereid zijn fundamenteel ruzie te maken met de PVV. En dat terwijl deze ruzie meer dan ooit hard nodig is, stelt Von der Dunk. Denk aan het haatzaaien jegens minderheden, het anti-islamisme in plaats van het anti-semitisme, de gekunstelde tegenstelling tussen ‘elite’ en ‘volk’, de hang naar een sterke leider die namens dit volk zou spreken. Deze onderwerpen zijn sinds 1945 niet meer in deze mate in de politiek gezien en moeten bediscussieerd en bestreden kunnen worden. Dat de woorden van Von der Dunk meer dan relevant zijn, bewees de reactie van de Haarlemse commissie van de Willem Arondéuslezing, die op 20 april 2011 uit angst voor de PVV deze rede verbood.
Auteur | | Thomas H. von der Dunk |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Mens & Maatschappij |