Kannibalisme en mensenoffers
Op kannibalisme en rituele mensenoffers rust nog altijd een groot taboe. Ze roepen fascinatie en weerzin op. Nochtans is het een verschijnsel van alle streken en van alle tijden, tot in de twintigste eeuw. Wat bezielt mensen om lotgenoten te offeren en mensenvlees te eten? Wie waren de slachtoffers? Welk wereldbeeld of welke godenleer schuilt er achter? Waarom werden er zoveel kinderen geofferd? Wist u dat er ook culinair kannibalisme bestaan heeft? Antropoloog Daniel Vangroenweghe gaat ver terug in de tijd op zoek naar de religieuze, politieke en economische context van het kannibalisme. In sommige culturen is het een deel van de rouwverwerking na de dood van verwanten en dierbaren. Voor anderen is het een manier om zich te wreken op de vijand, een instrument van machtspolitiek. Kinderen werden geofferd omdat zij gezien werden als de ideale bemiddelaars tussen levenden en doden. Overlevingskannibalisme is misschien het best bekend. Denk maar aan de film Alive over de overlevenden van een vliegtuigramp in het Andesgebergte. Ook bij de belegering van Leningrad in de Tweede Wereldoorlog en tijdens de hongersnood in het China van Mao werd mensenvlees gegeten om te overleven. Dit werk is een primeur in het Nederlandse taalgebied. Het is gebaseerd op jarenlange research, ooggetuigenverslagen en gedegen bronnenonderzoek. De auteur gaat dieper in op drie cases. Bij de Tupi-indianen werden krijgsgevangenen ritueel terechtgesteld, versneden, gekookt en geroosterd. De Azteken sneden, onder grote publieke belangstelling, het hart uit van de slachtoffers om de goden te voeden met bloed. Alleen al in de hoofdstad van hun rijk werden jaarlijks tot 15.000 mensen ritueel geofferd. In Centraal-Afrika kregen koningen en voorname lieden begeleiders mee in het graf. Bepaalde groepen offerden ook mensen bij een vredesverdrag, of gewoon om feest te vieren...
Auteur | | Daniel Vangroenweghe |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geschiedenis |