
Energie In 2030
Iedereen is het erover eens: onze energie moet betaalbaar, betrouwbaar en schoon zijn. Maar het rechtvaardig verdelen van de lusten en lasten van onze energievoorziening, zowel nationaal als internationaal, is lastig, politiek beladen en vaak maatschappelijk controversieel.
Welke burgers krijgen een windpark of kolencentrale naast de deur? Wat zijn de sociale en ecologische gevolgen van zonnepanelen uit China of gasimport uit Rusland? En voor wie zijn eigenlijk de baten?
Energie in 2030 laat zien dat alle energiebronnen maatschappelijk controversieel zijn. Denk aan kernenergie of schaliegaswinning. Maar ook biobrandstoffen, CO2-opslag onder de grond, en talloze windenergieprojecten op land ervaren stevig maatschappelijk verzet.
Daarmee groeien de uitdagingen voor de lange termijn. Want niet alleen vallen de komende twintig jaar de miljardeninkomsten uit de reguliere aardgaswinning geleidelijk weg. Ook wordt de Nederlandse energievoorziening viezer, en wellicht onbetrouwbaarder. Vroeger of later zal de overheid dan ook de boodschap moeten uitdragen dat pijnlijke en vergaande ingrepen nodig zijn. Ingrepen met hoge kosten, die veel partijen zullen raken.
Jurgen Ganzevles en Rinie van Est, onderzoekers bij het Rathenau Instituut, pleiten voor een helder energiebeleid en een transparante energiemarkt. Alleen daarmee zal het maatschappelijk draagvlak voor pijnlijke ingrepen kunnen groeien. Duidelijk moet worden hoe duurzaam en sociaal de Nederlandse energie werkelijk is. En: wat geven we eigenlijk uit aan energie? Wat verdienen we eraan? Om onderbouwde keuzes te kunnen maken, moeten we per energiebron weten hoe betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam die optie is. Want dat is nu onduidelijk.
In Energie in 2030 vindt u naast essays ook praktische aanbevelingen. Deze zullen beleidsmakers, maatschappelijke organisaties, energieadviseurs en burgers uitdagen om een antwoord vinden op de vraag hoe Nederland op lange termijn betaalbare, schone en betrouwbare energie zal hebben.
Welke burgers krijgen een windpark of kolencentrale naast de deur? Wat zijn de sociale en ecologische gevolgen van zonnepanelen uit China of gasimport uit Rusland? En voor wie zijn eigenlijk de baten?
Energie in 2030 laat zien dat alle energiebronnen maatschappelijk controversieel zijn. Denk aan kernenergie of schaliegaswinning. Maar ook biobrandstoffen, CO2-opslag onder de grond, en talloze windenergieprojecten op land ervaren stevig maatschappelijk verzet.
Daarmee groeien de uitdagingen voor de lange termijn. Want niet alleen vallen de komende twintig jaar de miljardeninkomsten uit de reguliere aardgaswinning geleidelijk weg. Ook wordt de Nederlandse energievoorziening viezer, en wellicht onbetrouwbaarder. Vroeger of later zal de overheid dan ook de boodschap moeten uitdragen dat pijnlijke en vergaande ingrepen nodig zijn. Ingrepen met hoge kosten, die veel partijen zullen raken.
Jurgen Ganzevles en Rinie van Est, onderzoekers bij het Rathenau Instituut, pleiten voor een helder energiebeleid en een transparante energiemarkt. Alleen daarmee zal het maatschappelijk draagvlak voor pijnlijke ingrepen kunnen groeien. Duidelijk moet worden hoe duurzaam en sociaal de Nederlandse energie werkelijk is. En: wat geven we eigenlijk uit aan energie? Wat verdienen we eraan? Om onderbouwde keuzes te kunnen maken, moeten we per energiebron weten hoe betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam die optie is. Want dat is nu onduidelijk.
In Energie in 2030 vindt u naast essays ook praktische aanbevelingen. Deze zullen beleidsmakers, maatschappelijke organisaties, energieadviseurs en burgers uitdagen om een antwoord vinden op de vraag hoe Nederland op lange termijn betaalbare, schone en betrouwbare energie zal hebben.
Auteur | | Jurgen Ganzevles |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Wetenschap & Natuur |