Joshua’s leven begint goed. Hij groeit samen met zijn broer voorspoedig op in een welvarend gezin in Amsterdam. Zijn ouders zijn vrije denkers die hun jongens veel ruimte geven. Ogenschijnlijk is er niets aan de hand. Totdat hij voor de eerste keer de zolder ontdekt. Op deze zolder maakt hij iets mee, wat hij niet kan begrijpen. Het lijkt eerst alsof hij daar nog te jong voor is, maar ook zijn ouders begrijpen het niet. Steeds vaker krijgt hij hierna te maken met iets wat in hem groeit en alle energie uit hem trekt. Zijn vrienden en ouders proberen hem te helpen. Onderzoek na onderzoek en bezoek na bezoek volgt, maar tevergeefs. Hij probeert dus maar een zo normaal mogelijk leven te leiden door met zijn vrienden te blowen op het dak, leuke meiden te versieren en te basketballen, zijn favoriete sport. Uiteindelijk wil hij echter begrijpen wat de kracht is die zijn leven langzaam maar zeker overneemt en hoe hij die kan bezweren. Hoe hij deze vloek die zijn leven langzaam maar zeker verwoest kan overwinnen.