De provincie Alicante, beter bekend als de Costa Blanca, biedt niet alleen mooie en uitgestrekte zandstranden en luxe-hotels. Op nauwelijks enkele kilometer van de Middellandse Zee begint een bergachtig gebied dat doorkruist wordt door tal van wandelpaden. In het eerste boek beschreef de auteur meestal tochten in het oosten van de provincie, het meest populaire wandelgebied, maar in dit tweede deel worden hoofdzakelijk tochten beschreven ten westen van de autosnelweg A-31 naar Madrid. Hoewel dit gebied uitgestrekte landbouwvelden toont met de vallei van de rivier Vinalopó, vinden we hier ook hoge bergketens die tot een avontuur uitnodigen. Voor de meesten wandelaars is dit een onbekend gebied, maar toch doorspekt met steile rotstoppen, bossen, heuvels, beddingen... alles wat de natuurliefhebber zich maar kan wensen. Daarnaast wordt ook vaak een bezoek gebracht aan een historisch architectonisch gebouw, vaak verlaten te midden van de 'wildernis', zoals oude fabrieken, aquaducten of molens. Het is een verzameling die iedereen zal aanspreken. Moeilijke en lange tochten worden afgewisseld met aangename wandelingen. Een gebied dat beslist de moeite loont om verkend te worden.