Gedichten uit een tijd dat het internet nog niet bestond, geïllustreerd met veelal abstracte tekeningen. Geschreven door een 17-jarige scholiere die in haar jeugdige ongschuld de wereld probeert te begrijpen.

Stel je eens voor, je zit in een vol klaslokaal, de docent dreunt met zijn monotone stem allerlei uitleg over zijn vak op, in de hoop dat er iets van overkomt bij de leerlingen. Je krijgt vakken waarvan je ze wel moet volbrengen voor je diploma maar het nut ervan zie je nog niet, gewoonweg omdat je nog een blanco vel bent en absoluut niet weet welke richting je na de schooltijd op wilt. In je vrije tijd speel je gitaar en zing je met medeleerlingen in een bandje waarvoor je songteksten schrijft. Het schrijven van songteksten en gedichten sluipt van vrije tijd langzaam naar schooltijd, en van wandelgangen naar klaslokaal. Fysiek ben je aanwezig in de klas, maar in gedachten ben je met je hobby bezig. Dit overkwam ook de schrijfster van dit boek. Nu, ruim 20 jaar later, viste zij haar oude schriften met gedichten en tekeningen weer op van de rommelzolder en bundelde ze de leukste gedichten en tekeningen in dit boekje.