Roelof Horreus de Haas
Roelof Horreüs de Haas 1903-1988
Wie was deze uitzonderlijke mens - “Haas” zoals zijn leerlingen hem noemden – en wat dééd hij niet allemaal? Als zoon van de roemruchte Zwolse “rode dominee” Gerard Horreüs de Haas – man met bijzondere gaven en groot charisma - was Roelof uiteraard een beetje erfelijk belast, maar zelf ontplooide hij zoveel persoonlijkheid dat hij met gemak uit de schaduw van zijn vader naar voren trad om een heel eigen en opmerkelijke invulling aan zijn leven te geven. Roelof de Haas was een gedreven leraar, een aanbeden leidsman, een nieuwsgierige onderzoeker, een gewetensvol wetenschapper, een bevlogen idealist met een kunstzinnige geest, een onverschrokken reiziger en zelfs een romantische avonturier. Een man die door roeien en ruiten kon gaan, die velen tot belangrijke daden en inzichten inspireerde en die ook niet geringe weerstanden kon oproepen. Pas in het laatste deel van zijn leven – na zijn pensionering als leraar biologie aan het Zwolse gymnasium en Kees Boeke’s Werkplaats in Bilthoven, waar lang geleden de oranjeprinsesjes Beatrix en Irene schoolgingen – vestigde hij landelijk en internationaal de aandacht op zich. Rond zijn zeventigste jaar werd hij de initiatiefnemer van “Het Oer”, een experiment om met een groep oud-leerlingen in de tijd terug te reizen. Hij voerde zijn mensen naar een stuk prehistorie, waarin zij geheel op zichzelf teruggeworpen werden en als het ware opnieuw het wiel moesten uitvinden.
Men ervoer het als een geweldige uitdaging om te leven onder dezelfde omstandigheden als waarmee de mensen uit de Steentijd het duizenden jaren geleden moesten stellen. Horreüs de Haas richtte eerst een “oerschooltje” op en kreeg het halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw voor elkaar dat hij ergens in een ongerept deel van de nieuwe Flevopolder een steentijddorpje kon stichten. Met het werk dat daar werd verricht en met de inzichten die eruit voortvloeiden, kreeg hij in de hele wereld wetenschappelijke erkenning als een van de pioniers van een nieuw vakgebied, de experimentele archeologie.
De laatste decennia van zijn leven woonde hij moederziel alleen in een oud bovenhuis aan de Thorbeckegracht in de binnenstad van Zwolle. Geen plek waar hij als hartstochtelijk natuurmens leek thuis te horen. Hij was er dan ook zelden of nooit. Meestal trok hij door de wereld of zwoegde met weerbarstige materie in zijn oerdorpjes, vaak samen met zijn jongste zoon, ook een bioloog. Hans de Haas is een atletische Zwolse man die begin jaren zestig van de vorige eeuw Nederlands kampioen op de tienkamp was. Wanneer men dit weet klinkt het acceptabel dat hij eens in het hooggebergte als brug voor zijn vader fungeerde over een smalle, vele tientallen meters diepe kloof. Een foto bewijst de realiteit.
Volwassenen kon Roelof Horreüs de Haas even intens begeesteren als zijn vroegere leerlingen. Dat deed hij vooral met causerieën over reizen naar verre streken die hij illustreerde met prachtige beelden. Fotograferen, boetseren en tekenen kon hij immers ook voortreffelijk. Adembenemend klonken zijn verhalen over ontberingen op berghellingen in de Himalaya en Zuid-Amerika. Stelt u zich voor: een 63-jarige, ascetische, broodmagere man, slechts gekleed in een hemdje en een broek, op een tweeduizend meter hoge helling in Brazilië, overvallen door onweer en uren durende stortregen. In de stikdonkere koude nacht, letterlijk als een haas liggend in het open veld, met heel zijn wilskracht en concentratie vechtend om zijn lichaamstemperatuur niet onder een fataal minimum te laten dalen. Door die inzet van al zijn lichamelijke en geestelijke krachten hield hij het leven erbij. Het verslag dat hij ervan gaf deed zijn toehoorders jaren later nog tot in hun tenen huiveren als zij luisterden naar dit oermens in de twintigste eeuw. Dat Horreüs de Haas ook een groot romanticus was, bewijst een markante passage uit een van zijn geschriften: “Ik besef 2000 jaar te laat geboren te zijn”.
Auteur: Willem van der Veen
Wie was deze uitzonderlijke mens - “Haas” zoals zijn leerlingen hem noemden – en wat dééd hij niet allemaal? Als zoon van de roemruchte Zwolse “rode dominee” Gerard Horreüs de Haas – man met bijzondere gaven en groot charisma - was Roelof uiteraard een beetje erfelijk belast, maar zelf ontplooide hij zoveel persoonlijkheid dat hij met gemak uit de schaduw van zijn vader naar voren trad om een heel eigen en opmerkelijke invulling aan zijn leven te geven. Roelof de Haas was een gedreven leraar, een aanbeden leidsman, een nieuwsgierige onderzoeker, een gewetensvol wetenschapper, een bevlogen idealist met een kunstzinnige geest, een onverschrokken reiziger en zelfs een romantische avonturier. Een man die door roeien en ruiten kon gaan, die velen tot belangrijke daden en inzichten inspireerde en die ook niet geringe weerstanden kon oproepen. Pas in het laatste deel van zijn leven – na zijn pensionering als leraar biologie aan het Zwolse gymnasium en Kees Boeke’s Werkplaats in Bilthoven, waar lang geleden de oranjeprinsesjes Beatrix en Irene schoolgingen – vestigde hij landelijk en internationaal de aandacht op zich. Rond zijn zeventigste jaar werd hij de initiatiefnemer van “Het Oer”, een experiment om met een groep oud-leerlingen in de tijd terug te reizen. Hij voerde zijn mensen naar een stuk prehistorie, waarin zij geheel op zichzelf teruggeworpen werden en als het ware opnieuw het wiel moesten uitvinden.
Men ervoer het als een geweldige uitdaging om te leven onder dezelfde omstandigheden als waarmee de mensen uit de Steentijd het duizenden jaren geleden moesten stellen. Horreüs de Haas richtte eerst een “oerschooltje” op en kreeg het halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw voor elkaar dat hij ergens in een ongerept deel van de nieuwe Flevopolder een steentijddorpje kon stichten. Met het werk dat daar werd verricht en met de inzichten die eruit voortvloeiden, kreeg hij in de hele wereld wetenschappelijke erkenning als een van de pioniers van een nieuw vakgebied, de experimentele archeologie.
De laatste decennia van zijn leven woonde hij moederziel alleen in een oud bovenhuis aan de Thorbeckegracht in de binnenstad van Zwolle. Geen plek waar hij als hartstochtelijk natuurmens leek thuis te horen. Hij was er dan ook zelden of nooit. Meestal trok hij door de wereld of zwoegde met weerbarstige materie in zijn oerdorpjes, vaak samen met zijn jongste zoon, ook een bioloog. Hans de Haas is een atletische Zwolse man die begin jaren zestig van de vorige eeuw Nederlands kampioen op de tienkamp was. Wanneer men dit weet klinkt het acceptabel dat hij eens in het hooggebergte als brug voor zijn vader fungeerde over een smalle, vele tientallen meters diepe kloof. Een foto bewijst de realiteit.
Volwassenen kon Roelof Horreüs de Haas even intens begeesteren als zijn vroegere leerlingen. Dat deed hij vooral met causerieën over reizen naar verre streken die hij illustreerde met prachtige beelden. Fotograferen, boetseren en tekenen kon hij immers ook voortreffelijk. Adembenemend klonken zijn verhalen over ontberingen op berghellingen in de Himalaya en Zuid-Amerika. Stelt u zich voor: een 63-jarige, ascetische, broodmagere man, slechts gekleed in een hemdje en een broek, op een tweeduizend meter hoge helling in Brazilië, overvallen door onweer en uren durende stortregen. In de stikdonkere koude nacht, letterlijk als een haas liggend in het open veld, met heel zijn wilskracht en concentratie vechtend om zijn lichaamstemperatuur niet onder een fataal minimum te laten dalen. Door die inzet van al zijn lichamelijke en geestelijke krachten hield hij het leven erbij. Het verslag dat hij ervan gaf deed zijn toehoorders jaren later nog tot in hun tenen huiveren als zij luisterden naar dit oermens in de twintigste eeuw. Dat Horreüs de Haas ook een groot romanticus was, bewijst een markante passage uit een van zijn geschriften: “Ik besef 2000 jaar te laat geboren te zijn”.
Auteur: Willem van der Veen
Auteur | | HUISINGH, Eva |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Poëzie, Bloemlezingen & Letterkunde |