Medische begeleiding bij sport is niet meer weg te denken. Sterker nog: de meeste prestaties zouden zonder sportmedische begeleiding zelfs helemaal niet tot stand komen. Denk maar aan de verbetering van het werelduurrecord door Francesco Moser. In januari 1984 verpletterde deze ex-wereldkampioen wielrennen in Mexico-Stad het record van Eddy Merckx. En dat zelfs tweemaal binnen een tijdsbestek van enkele dagen.
Een groot deel van het succes viel ten deel aan professor Conconi van de universiteit van Ferrara. Deze Italiaanse professor hield zich samen met zijn wetenschappelijk team bezig met de sportmedische begeleiding van Moser. Volgens de methode van Conconi vond de voorbereiding op de verbetering van het werelduurrecord plaats.
Met behulp van hartfrequentie- en melkzuurbepaling wist Conconi precies aan te geven hoe er getraind moest worden. Ook wist hij exact te bepalen welke snelheid Moser een uur lang kon volhouden. Begrijpelijk dat deze speciale begeleiding, na de geslaagde recordverbetering, enorm veel aandacht kreeg. Het succes van Moser heeft de sportmedische begeleiding in een versnelling gebracht. Vooral in Duitsland en Amerika wordt veel onderzoek verricht. Ook verschenen er sindsdien veel wetenschappelijke publika- ties hierover.
Sportmedische begeleiding is nu veel objectiever geworden. Het vroegere 'natte-vingerwerk' verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. Dit boek geeft een duidelijke uitleg over de theoretische basisbegrippen die nodig zijn voor een goed inzicht in de methode van Conconi. Veel aandacht krijgt ook de praktijk: verschillende takken van sport worden belicht, zoals voetbal, wielrennen, hardlopen, zwemmen, veldrijden, schaatsen en triathlon.
In het praktische gedeelte van het boek is veel eigen onderzoek verwerkt. Wat de conclusie van de vele trainingsana- lyses aangaat: deze zijn ronduit schokkend te noemen. Veelal is de trainingsintensiteit niet goed; te intensief of net andersom. De praktische adviezen die gegeven worden zijn dan ook duidelijk. Iedere sporter kan er zijn of haar voordeel mee doen. Niet alleen de topsporter, maar ook degene die sport als hobby beoefent.
Het boek geeft onder andere informatie over:
• Bepaling van de trainingstoestand van de atleet.
• Gerichte trainingsadviezen voor trainer en sporter.
• Het nauwkeurig vaststellen van het prestatievermogen waardoor:
sporters onderling te vergelijken zijn,
conditie toe- of afname door training of overtraining is te
objectiveren.
• Analyse van trainingen en wedstrijden.
Wetenschappelijk onderzoek wordt door het boek makkelijk te begrijpen en direct toepasbaar voor de sportbeoefenaar. Wetenschap en sport zijn door de gehanteerde methode dichter bij elkaar gekomen