In 2015 gaat de opzet van het onderdeel KNS van het inburgeringsexamen veranderen. Het vak wordt opgesplitst in twee onderdelen: Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM) en Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt (ONA). ONA is een nieuw onderdeel met eigen eindtermen en een apart examen. Het is de bedoeling dat nieuwkomers al in een vroeg stadium na hun aankomst in Nederland hun aandacht richten op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Werken in Nederland is bedoeld voor laag-, midden- en hoogopgeleide inburgeraars die het ONA-examenonderdeel moeten afleggen. Dit examen gaat óók deel uitmaken van het Staatsexamen NT2 I en II. Het niveau van Werken in Nederland is A2.

Deze nieuwe methode Werken in Nederland (WIN) biedt oefenmateriaal dat toegespitst is op het realiseren van de doelstellingen van ONA: de nieuwkomer kan zich een plaats op de Nederlandse arbeidsmarkt verwerven die hem past en hij slaagt voor dit onderdeel van het inburgeringsexamen.

In drie hoofdstukken leert de nieuwkomer zich een beeld van de Nederlandse arbeidsmarkt te vormen. Daarna probeert de nieuwkomer zijn eigen beroepswensen te formuleren en stap voor stap te bepalen welke eisen de Nederlandse arbeidsmarkt aan de uitvoering van dit beroep stelt. In een volgende stap bepaalt de nieuwkomer of het gewenste beroep voor hem haalbaar is: het realistische beroepsbeeld.

Ten slotte schenkt WIN aandacht aan het vinden van een arbeidsplaats. Hoe kun je netwerken? Wat zijn de voordelen van vrijwilligerswerk? Hoe maak je een cv? Hoe pak je een sollicitatie aan? De inburgeraar bouwt aan de hand van de methode een portfolio op. Het portfolio bevat acht ingevulde 'resultaatkaarten' die door het Ministerie van SZW zijn ontwikkeld. Aan de hand van dit portfolio beslist DUO of de kandidaat klaar is om het examen te doen.