Vier Vlamingen trekken als de allereerste buitenlanders ooit met hun eigen voertuigen door het immense gebied, en vallen van de ene verbazing in de andere. Nieuwe autowegen en hogesnelheidstreinen trekken kaarsrechte strepen door de woestijnen en bergen. Hoogspanningslijnen, olie- en gasleidingen en gsm-masten ontsieren het ongerepte landschap. Anonieme provinciestadjes groeien in enkele maanden uit tot miljoenensteden met wolkenkrabbers en brede avenues. Ze zijn verbouwereerd en ontsteld, geschrokken en verwonderd, ontroerd en verbijsterd. Maar ze worden ook een beetje verliefd op het nieuwe China, en de Chinese manier van aanpakken. Het westen van China beslaat zeventig procent van de totale oppervlakte van het land en bevat de helft van de grondstoffen maar toch is het erg dun bevolkt en biedt het vooral een thuis aan etnische minderheden. Maar dat is, zoals alles in China, razendsnel aan het veranderen: twintig jaar geleden was de Chinese Far West nog een no-gozone, vandaag wordt het gebied, groter dan de hele Europese Unie samen, in een ijltempo gekoloniseerd vanuit het oosten. Met alle gevolgen van dien voor de oorspronkelijke bewoners en het milieu, maar ook voor de rest van de wereld.