Tim en de toverstok (groep 4)

Tim houdt zijn ogen dicht. Hij zwaait met een stok door de lucht. ‘Hokus Pokus Pas… Ik wou dat jij een kikker was!’ Tim doet zijn ogen weer open. In zijn hand ligt nog steeds een steen. Tim kijkt naar de stok. ‘Er gebeurt niks,’ roept hij uit. ‘Jij bent geen goede toverstok!’ ‘Ik ben een prima toverstok,’ bromt de stok. ‘Jíj kunt gewoon niet toveren. Ga maar naar Zaar de heks. Zíj kan je leren toveren.’