Grande dame van het social casework
De grondlegger van het moderne maatschappelijk werk met vele - ook nu nog actuele - inspirerende inzichten. Marie Kamphuis verdient het om niet vergeten te worden. En deze uitgave maakt dat mogelijk door inzicht te geven in haar leven en werk.
Marie Kamphuis werd in 1907 geboren in een gereformeerd en welgesteld gezin in Zwolle, waar haar vader, groot - en overgrootvader een grote bouwonderneming hadden. Na haar opleiding aan de CICSA (Centraal Instituut voor Christelijk Sociale Arbeid) in Amsterdam, richtte ze in 1943 in Groningen een wijkverpleegkundigen opleiding en een school voor maatschappelijk werk op, de ASCA (Academie vor Sociale en Culturele Arbeid).
Ze zette zich vastberaden, zelfverzekerd en strijdvaardig in voor de vernieuwing en de professionalisering van het maatschappelijk werk. Na haar eerste studieperiode in Amerika introduceerde ze in Nederland op veel verschillende fronten het social casework, waar het begrip democracy aan ten grondslag lag, gelijkwaardigheid van maatschappelijk werker en cliënt. Betutteling maakte plaats voor het opstellen van een diagnose, in samenwerking met de cliënt, wiens zelfbepaling een belangrijk credo werd. Haar boek 'Wat is social casework?' kreeg elf drukken en was verplichte kost voor generaties studenten van Sociale Academies.
Haar opleidingsinstituut werd een toonaangevend instituut voor de gehele regio. Ook in Duitsland deed ze veel om het social casewok ingang te doen vinden. Met evenveel energie zette ze zich in voor de vernieuwing in de (hervormde) kerk en was ze de initiator van de feministische diensten in de Martinikapel. Andere opvattingen en de roep om democratisering deden haar voortijdig aftreden als directrice van de ASCA. In 1975 werd ze benoemd tot ereburger van de stad Groningen.
In het midden van de jaren '80 waaide er weer een andere wind door maatschappelijk werk land en werd ze uitvoerig gerehabiliteerd. In 2004 overleed ze op 97-jarige leeftijd.
Marie Kamphuis werd in 1907 geboren in een gereformeerd en welgesteld gezin in Zwolle, waar haar vader, groot - en overgrootvader een grote bouwonderneming hadden. Na haar opleiding aan de CICSA (Centraal Instituut voor Christelijk Sociale Arbeid) in Amsterdam, richtte ze in 1943 in Groningen een wijkverpleegkundigen opleiding en een school voor maatschappelijk werk op, de ASCA (Academie vor Sociale en Culturele Arbeid).
Ze zette zich vastberaden, zelfverzekerd en strijdvaardig in voor de vernieuwing en de professionalisering van het maatschappelijk werk. Na haar eerste studieperiode in Amerika introduceerde ze in Nederland op veel verschillende fronten het social casework, waar het begrip democracy aan ten grondslag lag, gelijkwaardigheid van maatschappelijk werker en cliënt. Betutteling maakte plaats voor het opstellen van een diagnose, in samenwerking met de cliënt, wiens zelfbepaling een belangrijk credo werd. Haar boek 'Wat is social casework?' kreeg elf drukken en was verplichte kost voor generaties studenten van Sociale Academies.
Haar opleidingsinstituut werd een toonaangevend instituut voor de gehele regio. Ook in Duitsland deed ze veel om het social casewok ingang te doen vinden. Met evenveel energie zette ze zich in voor de vernieuwing in de (hervormde) kerk en was ze de initiator van de feministische diensten in de Martinikapel. Andere opvattingen en de roep om democratisering deden haar voortijdig aftreden als directrice van de ASCA. In 1975 werd ze benoemd tot ereburger van de stad Groningen.
In het midden van de jaren '80 waaide er weer een andere wind door maatschappelijk werk land en werd ze uitvoerig gerehabiliteerd. In 2004 overleed ze op 97-jarige leeftijd.
Auteur | | Eefje Van Batenburg-Resoort |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Mens & Maatschappij |