Mike Patierne is een jonge tekstschrijver en zanger die steeds heen en weer geslingerd wordt tussen zijn drie grote liefdes: die voor zijn band de Angels, voor zijn jeugdliefde Stella en de diepe genegenheid voor zijn moeder. Steeds weer probeert hij die affecties te combineren, maar evenzovele malen loopt dat verkeerd af. Zijn persoonlijke liefdesperikelen zijn echter niet de enige bergen waar hij tegen op moet klimmen. Net als alle andere jongeren in het Nederland van eind jaren ’60 van de vorige eeuw moet hij vechten tegen de vooroordelen en het autoritaire gedrag van de oudere generatie, die wanhopig probeert de door de babyboomers aangewakkerde seksuele en culturele revoluties de kop in te drukken. In de muziek vinden zowel de muzikanten van de Angels als hun fans een uitlaatklep, maar die wordt door handige radiostations, louche platenbazen en op geld beluste tourorganisaties gebruikt voor commerciële doeleinden. Maar als zovele succesvolle muzikanten in die roerige jaren ’60 en ’70 leert Mike ook de andere zijde van de roem- en succesmedaille kennen met verstrekkende persoonlijke en professionele gevolgen.