Vanaf de allereerste letter wordt de aandacht van de lezer gegrepen en vastgehouden in dit eerste deel van Tarzan van de apen. Door een toevallige samenloop van omstandigheden wordt de kleine baby Tarzan gered van een gewisse hongers dood. De wet van de jungle is keihard en al op jeugdige leeftijd leert Tarzan te vechten voor zijn leven. Contact met mensen heeft hij niet, al bespiedt hij regelmatig de bizarre bezigheden van de kannibalen in hun dorp. Dan stuit Tarzan op een dag op een groepje blanken. Vanaf dat moment valt Tarzan van de ene verbazing in de andere. Met gevaar voor eigen leven redt hij het knappe Amerikaanse meisje Jane Porter. Zij blijkt de liefde van zijn leven te zijn. Maar ze kunnen niet zomaar trouwen…

Nadat blijkt dat Jane niet met hem kan trouwen keert Tarzan terug naar zijn vriend d'Arnot in Parijs. Maar op zijn terugreis heeft Tarzan gevaarlijke vijanden gemaakt, die maar al te graag wraak nemen. Parijs blijkt al snel gevaarlijker dan de jungle, beschaafde mensen wreder dan wreed.
Dan brengt zijn werk als speciaal agent hem via Algerije terug naar zijn geliefde jungle. Daar wordt hij koning van de Basiri en vindt hij onmetelijke rijkdom. Maar wat is al dat goud waard zonder Jane? Kan Tarzan voorkomen dat ze geofferd wordt aan de Zonnegod