Aan Buck’s goede hondenleven komt abrupt een einde als de knecht van zijn baas hem stiekem doorverkoopt aan een handelaar. In het hoge Noorden maakt Buck direct kennis met de harde, brute kant van de mens en het vechtinstinct van andere honden. Tijdens zijn reizen door de wouden van Alaska komen Buck’s natuurlijke instincten boven; steeds vaker trekt hij er alleen op uit. Is de roep van de wildernis te sterk voor Buck of overwint zijn liefde voor zijn baas alles? Lees het zelf.

Pittah is nog maar een jonge wolfshond als hij per toeval een groepje Indianen tegenkomt. Pittah’s moeder, Kiche, kent hen en zij laat zichzelf en Pittah dan ook gewillig meenemen naar het dorp. De mensenwereld is hard en ook de honden straffen Pittah genadeloos. Dan, als hij bijna gedood wordt tijdens een georganiseerd hondengevecht, is daar die ene goede man: Weedon Scott. Hij redt de grijze wolf van een zekere dood. Maar de slechte behandeling door mensen heeft bij Pittah diepe sporen achtergelaten. Lukt het deze beschermer om Pittah’s haat en woestheid om te zetten in aanhankelijkheid en trouw?

Jack London (1876-1916) schreef deze verhalen uit eigen ervaring met het ruige leven in de wildernis van Alaska.