Weinig mensen in Remboken zullen bij de geboorte van Mina in de jaren tien van de vorige eeuw hebben bedacht, dat zij haar laatste levensjaren in Rijswijk zou beleven.

Niet dat Nederland in Remboken geheel onbekend was. Dat zeker niet. Remboken in Noord Celebes (Nu Sulawesi, Indonesië) was al een paar honderd jaar een Nederlandse kolonie en wingewest voor specerijen. Maar zowel in Remboken bij Manado, als in Rijswijk bij Den Haag bestonden slechts vage exotische denkbeelden over elkaar en zeker niet iets waar in het dagelijkse leven enige aandacht aan werd geschonken.

Mina is de moeder van Louise Koppijn. Louise, sluit na haar autobiografie (Krakepoot) en de biografie van haar vader (Pa Koppijn), met dit uiterst boeiende boek haar trilogie af. Het levensverhaal van Mina. Een onwaarschijnlijke levensloop in twee werelden, die het uiterste vraagt van haar aanpassingsvermogen, die vergaande moed vertoont als zij met haar kinderen in een Jappenkamp wordt opgesloten en de onvoorwaardelijke liefde voor haar man, een Amsterdamse KNIL militair van eenvoudige afkomst, die door de Japanners als krijgsgevangene te werk wordt gesteld op het chinese eiland Hainan wordt gezet.

Eenmaal in Nederland volgt een leven van verhuizingen met plaatsen als Schattenberg (het voormalige kamp Westerbork), Hoogeveen en uiteindelijk Rijswijk.