Joshi is elf jaar en woont in Kafarnaüm. Hij gaat vaak op stap
met zijn hondje Moshe en kijkt op het strand toe hoe oom
Simon aan het vissen is. Maar er is veel rumoer in de stad: een
nieuwe rabbi, Jezus, spreekt de mensen op een bijzondere
manier toe, en hij geneest zelfs mensen! Daar wil Joshi meer
van weten. Hij gaat ook naar Jezus luisteren. En hij vertelt zijn
moeder en zijn verlamde vriend Aron over deze nieuwe rabbi.
Aron is heel nieuwsgierig naar Jezus en de genezingen die hij
doet. Joshi wil niets liever dan Aron bij Jezus brengen. En op
een dag ziet hij zijn kans schoon!
Maar niet alles in het leven van Joshi is mooi. Hij heeft veel last
van Zeb, een agressieve jongen uit de buurt. Als Joshi op een
dag een schaal met vis naar Aron wil brengen, slaat Zeb hem
met opzet alles uit handen. Joshi is ten einde raad, maar wordt
tot eigen verbazing geholpen door een Romeins meisje!
Nu moet hij vaak denken aan die bijzondere woorden van
Jezus. Je vijanden liefhebben – maar geldt dat dan ook voor
Zeb?
Een prachtig verhaal over een jongen uit Kafarnaüm, in de tijd
dat Jezus daar preekte en wonderen deed.