Het is oorlog. In opdracht van koning David voert het leger een aanval uit op de stad Rabba. Zowel Uria, de man van Bathséba, als Ahiam komen er om het leven. Jonathan wil wraak; hij wordt verteerd door het verlangen de moordenaar van zijn vader Ahiam te vinden en te doden. Keziah heeft een koude, harde jeugd gehad. Ze is enig kind, opgevoed door haar verbitterde en wettische vader, de leviet Aäron. Een gewelddadig incident brengt Keziah in grote problemen. Eerwraak lijkt de enige oplossing. Deze roman over wraak en vergeving speelt ten tijde van de geschiedenis van David en Bathséba. Wordt het woord van de Here werkelijkheid in het leven van Isaak en Keziah?