Jonkheer D.J. De Geer
D.J. de Geer, minister-president in oorlogstijd, geldt als het prototype van de krachteloze landsbestuurder. Wilhelmina dwong hem in september 1940 tot aftreden, waarna hij terugkeerde naar het bezette Nederland. Deze biografie laat zien dat De Geer méér was. Groot was hij in zijn deugden en in zijn gebreken, maar hij was bovenal een tragische figuur, die tot het eind van zijn lange leven streed voor rehabilitatie.
Jonkheer Dirk Jan de Geer (1870-1960) wordt tegenwoordig bijna uitsluitend herinnerd als een man die door zijn knieën ging voor de Duitsers, als een man die zich aan niets minder dan landverraad schuldig had gemaakt. Men vergeet daarbij wat De Geer ook was: een van de gezichtsbepalende politici uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij was onbetwist leider van de Christelijk-Historische Unie, viermaal minister en tweemaal minister-president. Zijn deskundigheid op juridisch en financieel terrein was onomstreden, en ook was hij een goede wetgever.
Deze biografie – de eerste – doet De Geer in al deze hoedanigheden recht. Het is het indringende portret van een man die in zijn persoonlijk leven als een sfinx werd omschreven: afstandelijk, ondoorgrondelijk en onvoorspelbaar, een man die rotsvast op zijn God vertrouwde, maar toch zo weerloos was als hij werd beproefd.
En beproefd wérd hij. De tragiek van De Geer was dat hij na 1940 nog tientallen jaren te leven had, jaren die hij vulde met het schrijven van pamfletten en brochures tegen het onrecht, dat hem zou zijn aangedaan. Henk van Osch toont de lezer geen sfinx maar een mens, wiens levenverhaal ons onvermijdelijk confronteert met de vraag hoe wijzelf in zijn omstandigheden gereageerd zouden hebben.
Jonkheer Dirk Jan de Geer (1870-1960) wordt tegenwoordig bijna uitsluitend herinnerd als een man die door zijn knieën ging voor de Duitsers, als een man die zich aan niets minder dan landverraad schuldig had gemaakt. Men vergeet daarbij wat De Geer ook was: een van de gezichtsbepalende politici uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij was onbetwist leider van de Christelijk-Historische Unie, viermaal minister en tweemaal minister-president. Zijn deskundigheid op juridisch en financieel terrein was onomstreden, en ook was hij een goede wetgever.
Deze biografie – de eerste – doet De Geer in al deze hoedanigheden recht. Het is het indringende portret van een man die in zijn persoonlijk leven als een sfinx werd omschreven: afstandelijk, ondoorgrondelijk en onvoorspelbaar, een man die rotsvast op zijn God vertrouwde, maar toch zo weerloos was als hij werd beproefd.
En beproefd wérd hij. De tragiek van De Geer was dat hij na 1940 nog tientallen jaren te leven had, jaren die hij vulde met het schrijven van pamfletten en brochures tegen het onrecht, dat hem zou zijn aangedaan. Henk van Osch toont de lezer geen sfinx maar een mens, wiens levenverhaal ons onvermijdelijk confronteert met de vraag hoe wijzelf in zijn omstandigheden gereageerd zouden hebben.
Auteur | | Henk van Osch |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Biografieën & Waargebeurd |