Grote klassieken - Dialogen
Lucius Annaeus Seneca schreef in de jaren tussen 40 en 63 twaalf moralistische teksten, van oudsher bekend als Dialogen. De eigenzinnige stoïcijn onderzoekt wat een gelukkig leven is: onverstoorbaar, niet verward door emoties maar met inzicht in de samenhang van de dingen en in de eigen mogelijkheden. Modern is Seneca's ideaal van ten wereldburgerschap dat is gebaseerd op waardering en niet op vrees. Ook waarschuwt hij tegen het kritiekloos meelopen met de massa.
Uit Wikipedia:
Dialogi (Nederlands: Dialogen) is de gebruikelijke, postume benaming voor de verzamelde diatriben van Lucius Annaeus Seneca, geschreven in de jaren 40-64. Het zijn geen dialogen in literaire zin maar essayistische voordrachten waarin moraalfilosofische stellingen worden verdedigd en tegenwerpingen van denkbeeldige tegenstanders worden ontkracht. Telkens geeft Seneca stoïcijnse levenslessen. Drie van de dialogi zijn troostschriften: voor zijn moeder Helvia, zijn vriendin Marcia en de machtige vrijgelatene Polybius. De stijl is gebald en staccato.
Het werk bestaat uit twaalf boeken, die traditioneel worden geplaatst in de volgorde waarin ze zijn opgenomen in de Codex Ambrosianus C 90:
1. Ad Lucilium de providentia (voorzienigheid, ca. 64)
2. Ad Serenum de constantia sapientis (standvastigheid van de wijze, ca. 55)
3. Ad Novatum de ira - eerste boek (woede, ca. 41)
4. Ad Novatum de ira - tweede boek (woede)
5. Ad Novatum de ira - derde boek (woede)
6. Ad Marciam de consolatione (troost, ca. 40)
7. Ad Gallionem de vita beata (levensgeluk, ca. 58)
8. Ad Serenum de otio (vrijetijdsbesteding, ca. 62)
9. Ad Serenum de tranquillitate animi (gemoedsrust, ca. 63)
10. Ad Paulinum de brevitate vitae (kortheid van het leven, ca. 49)
11. Ad Polybium de consolatione (troost, ca. 44)
12. Ad Helviam matrem de consolatione (troost, ca. 42)
Uit Wikipedia:
Dialogi (Nederlands: Dialogen) is de gebruikelijke, postume benaming voor de verzamelde diatriben van Lucius Annaeus Seneca, geschreven in de jaren 40-64. Het zijn geen dialogen in literaire zin maar essayistische voordrachten waarin moraalfilosofische stellingen worden verdedigd en tegenwerpingen van denkbeeldige tegenstanders worden ontkracht. Telkens geeft Seneca stoïcijnse levenslessen. Drie van de dialogi zijn troostschriften: voor zijn moeder Helvia, zijn vriendin Marcia en de machtige vrijgelatene Polybius. De stijl is gebald en staccato.
Het werk bestaat uit twaalf boeken, die traditioneel worden geplaatst in de volgorde waarin ze zijn opgenomen in de Codex Ambrosianus C 90:
1. Ad Lucilium de providentia (voorzienigheid, ca. 64)
2. Ad Serenum de constantia sapientis (standvastigheid van de wijze, ca. 55)
3. Ad Novatum de ira - eerste boek (woede, ca. 41)
4. Ad Novatum de ira - tweede boek (woede)
5. Ad Novatum de ira - derde boek (woede)
6. Ad Marciam de consolatione (troost, ca. 40)
7. Ad Gallionem de vita beata (levensgeluk, ca. 58)
8. Ad Serenum de otio (vrijetijdsbesteding, ca. 62)
9. Ad Serenum de tranquillitate animi (gemoedsrust, ca. 63)
10. Ad Paulinum de brevitate vitae (kortheid van het leven, ca. 49)
11. Ad Polybium de consolatione (troost, ca. 44)
12. Ad Helviam matrem de consolatione (troost, ca. 42)
Auteur | | Seneca |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Religie, Spiritualiteit & Filosofie |