Ecuador 1943. De 21-jarige Nina Joniaux Corales is opgegroeid bij haar alleenstaande moeder. Haar vader heeft ze nooit gekend en zelfs nooit echt gemist, tot ze op een dag de uitnodiging krijgt met hem kennis te maken. Gewapend met een gezonde dosis assertiviteit, verlaat ze haar bergdorp om enkele dagen bij hem te logeren op de Las Peñasheuvel aan de rand van de grootstad Guayaquil. Haar vader, Carlos Joniaux Dumon, is een blanco: geboren en getogen in België. Om haar de kans te geven hem te leren kennen, verhaalt hij haar zijn uitzonderlijke levensloop, gidst hij haar door het België van de 19de eeuw en voert hij haar mee doorheen de wervelstorm van gebeurtenissen die zijn gezin voor de ogen van gans de wereld teisterde. Dit alles brengt hem, én haar, uiteindelijk in het Ecuador van 1943. Tijdens het genealogisch onderzoek rond zijn eigen familienaam, komt auteur Jos Joniaux in contact met Ecuadoraanse naamgenoten, afstammelingen van de uit België geëmigreerde Charles, alias Carlos, Joniaux. Zijn levensweg is dermate uitzonderlijk, dat de auteur en zijn echtgenote Rita Broekx, alle middelen aanwenden om meer informatie te vergaren over diens leven: archieven, boeken, kranten, internetsites, contacten via sociale media en e-mail. In steden gaan ze op zoek naar historische overblijfselen die gelinkt zijn aan het hoofdpersonage: Gent, Brussel, Antwerpen, Leuven en zelfs Rome. Ten slotte maken ze tijdens een fantastische reis naar Ecuador en Peru kennis met afstammelingen van Carlos en met hen als gids ervaren ze de Zuid-Amerikaanse cultuur. Aldus verzamelen ze het nodige materiaal voor deze historische roman gebaseerd op waargebeurde feiten. Onderlinge, onlosmakelijke verbondenheid tussen mensen, tussen mens en samenleving, tussen mens, natuur en tijdsgebonden cultuur, vormt de spil van deze roman. Deze interconnectiviteit bepaalt de identiteit van elk individu.